Sim Racing-woordenlijst: 20 termen die elke nieuwe racer moet kennen | Fanatec

GAME GUIDES

Sim Racing-woordenlijst: 20 termen die elke nieuwe racer moet kennen

Laatst bijgewerkt:

  Deze pagina is automatisch vertaald door DeepL. Switch to English

Beginnen met simracen is spannend, maar het kan voelen alsof je een hele nieuwe taal leert. Met alle afkortingen en racejargon kun je je als beginner al snel een beetje verloren voelen. Of je nu net begint of al een paar rondjes achter de rug hebt, met deze woordenlijst kun je meedoen aan de gesprekken en het racen.

Hier zijn 20 onmisbare termen uit de wereld van simracen om je op weg te helpen:

Sim Racing Championships 2025 - Great Britain GP Cockpit

1. Simracen - Afkorting van 'simulated racing' (gesimuleerd racen), een realistische vorm van virtuele motorsport waarbij gebruik wordt gemaakt van software en vaak ook een racestuur en pedalen.

2. Sim-opstelling - Je fysieke opstelling: stuur, pedalen, stoel, monitor(s), enz. Kan variëren van budgetopstellingen tot volledig bewegende rigs.

3. Force feedback - Een systeem in uw stuur dat het weggevoel simuleert, waardoor u de grip, hobbels en gewichtsverplaatsingen van de auto kunt 'voelen'.

4. Inhalen – Inhalen is wanneer je iemand op het circuit voorbijrijdt.

5. De Cliff – Deze term verwijst naar de plotselinge verslechtering van de prestaties van banden nadat ze hun optimale gripniveau hebben overschreden.

6. Ideale lijn - De snelste route over het circuit. Het draait allemaal om het maximaliseren van de snelheid en het minimaliseren van onnodig sturen.

7. Trail braking - Een techniek waarbij je blijft remmen terwijl je een bocht ingaat, waardoor de auto beter draait.

8. Hot lap - Een ronde waarin je alles geeft om de snelst mogelijke tijdneer te zetten – geenverkeer, geen fouten.

9. Pitstop - Wanneer je stopt voor nieuwe banden, brandstof of reparaties.

10. ABS - Antiblokkeersysteem. Voorkomt dat de wielen blokkeren, vooral handig voor beginners.

CarX Drift Racing

11. TC (Traction Control) - Helpt voorkomen dat de banden gaan slippen wanneer u accelereert. Veel voorkomend in GT- en moderne auto's.

12. BOP (Balance of Performance) - Dit systeem zorgt voor een gelijkwaardigheid tussen verschillende auto's door het vermogen, het gewicht of het brandstofverbruik aan te passen, zodat er eerlijker geracet kan worden. Het wordt veel gebruikt in GT-wedstrijden en helpt om de prestaties van verschillende soorten auto's in evenwicht te brengen.

13. Remverlies - Verlies van remkracht tijdens lange races als gevolg van oververhitte remmen.

14. Spotter - Een AI of een echte persoon die je helpt met verkeersbewustzijn (zoals 'Auto links' of 'Rechts vrij'), waarschuwingen of puin op het circuit.

15. Dash-app / HUD - Weergave op het scherm van uw snelheid, versnelling, rondetijd, enz. Sommigen gebruiken externe apps of tablets voor meer informatie.

16. Delta-tijd - Geeft het tijdsverschil weer tussen je huidige ronde en je beste ronde. Kan handig zijn om het tempo en de concentratie vast te houden.

17. Cockpitweergave - De camerastandpunt in de auto die simuleert wat een echte coureur vanuit zijn stoel ziet.

18. Bandenslijtage - Afkorting van 'bandendegradatie'. Na verloop van tijd slijten banden, waardoor de grip en prestaties afnemen.

19. Splash and dash - Een splash and dash is een snelle tankstop aan het einde van de race om de finish te halen zonder volledig bij te tanken.

20. Push to pass - Push to pass is een beperkt bruikbare vermogensboost in simracen om te helpen bij het inhalen of verdedigen.

Door de terminologie te leren, voel je je zelfverzekerder en meer verbonden, zowel tijdens races als in de simracegemeenschap. Bewaar deze woordenlijst en je klinkt binnen de kortste keren als een professional. Tot ziens op het circuit!

PRODUCTEN IN ARTIKEL